Recensie - Tegen de golven in van Liesje Wesseling en Aagje Swinnen
Met Tegen de golven in laten Liesje Wesseling en Aagje Swinnen overtuigend zien waarom het tijd is om afscheid te nemen van de klassieke golfmetafoor binnen het feminisme. Niet via abstracte theorieën of historisch overzichtswerk, wel aan de hand van diepgaande interviews met feministen uit verschillende generaties en achtergronden. Het resultaat volgens Rebelle-collega Kayleigh? Een gelaagde en bijzonder relevante verzameling stemmen, met één gedeelde inzet: het blootleggen en bestrijden van structurele ongelijkheid.
Feminisme als meerstromenlandschap
Wesseling en Swinnen doorprikken meteen de gangbare golfmetafoor. Die stelt feminisme als een serie opeenvolgende golven voor waarbij elke nieuwe generatie zich afzet tegen de vorige. In plaats daarvan rijken ze een alternatief aan dat recht doet aan de complexiteit en continuïteit van de feministische strijd: het meerstromenlandschap. Dit landschap is voortdurend in beweging, met verbonden stromingen en wordt gevoed door intergenerationele dialoog. Het meerstromenlandschap viert het verschil in onderlinge verbondenheid. Toegankelijk voor iedereen, langs kronkelende stormen.
Een verhaal van vele stemmen
Wat ’Tegen de golven in’ bijzonder maakt, is de ongefilterde rijkdom aan stemmen die erin weerklinkt. Feministen als Selma Leydesdorff, Rebecca Gomperts, Susan Stryker en Jens van Tricht bespreken uiteenlopende thema’s, waaronder abortus, racisme, transrechten, en mannelijkheid. Die diversiteit aan onderwerpen toont de breedte van intersectioneel feminisme aan en maakt duidelijk: feminisme was nooit eenvormig. De verhalen laten zien dat interne verschillen geen tekenen van verdeeldheid zijn, maar juist een bron van kracht en vitaliteit vormen.
Wesseling en Swinnen slagen erin om historische continuïteiten zichtbaar te maken. Feministische thema’s zijn zelden volledig ‘nieuw’. Ze zijn vaak echo’s van een strijd uit het verleden die vandaag nog steeds actueel is. Bovendien toont het boek aan dat intersectionaliteit – hoewel Kimberlé Crenshaw die term pas in 1989 zo benoemde – al langer verweven is met feministisch denken en handelen.
Academisch, maar niet afstandelijk
Hoewel de toon van het boek academisch onderbouwd is, voelt het niet afstandelijk aan. De interviews maken het boek persoonlijk, herkenbaar en toegankelijk. Tegelijk vragen de complexe zinnen en informatiedichtheid je enige concentratie als lezer. Wie zich erin verdiept, wordt wel beloond met een rijk boek dat aanzet tot reflectie én actie. ‘Tegen de golven in’ benadrukt dat feminisme meer is dan slogans of activisme op straat: het is ook luisteren, twijfelen, spreken, en handelen naar eigen vermogen.
De kracht van dit boek ligt in het pleidooi voor intergenerationele solidariteit. Door uiteenlopende stemmen ruimte te geven, biedt het een representatief overzicht van feministische kwesties, zonder volledigheid te pretenderen. Het herinnert ons eraan dat wat het feminisme verworven heeft, geen vanzelfsprekendheid is – en gemakkelijk teruggedraaid kan worden. Kijk maar naar de hedendaagse strijd om abortusrechten in de V.S.
Onze conclusie
'Tegen de golven' in is een indrukwekkend en noodzakelijk boek dat feminisme niet neerzet als een eenduidig verhaal, maar als een veelstemmig koor met één gedeelde inzet: systemen van ongelijkheid bevragen en veranderen. Door ruimte te geven aan verschillen, zonder het gemeenschappelijke doel uit het oog te verliezen, schetsen Wesseling en Swinnen een inspirerend beeld van feminisme als voortdurende dialoog. Het boek is een krachtige oproep tot verbondenheid én tot actie: voorbij bewustwording, op weg naar daadwerkelijke verandering.