Rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan

door Karen

Wat volgt is geen ode aan Herman van Veen, maar hij heeft het verdomd goed kunnen bezingen. Waarschijnlijk haalde hij de inspiratie voor zijn liedje ‘opzij, opzij, opzij’ ook niet uit het dagdagelijkse ritme van een jong gezin met 2 kindjes, maar het is in elk geval treffend.

Het ritme van het leven
Ik moet tegenwoordig namelijk nogal vaak rennen. Om de tasjes voor de crèche en voor school op tijd klaar te krijgen, bijvoorbeeld. Of om op de middag op tijd aan de schoolpoort te staan om mijn dochter af te halen.

Soms heb ik ook het gevoel dat ik moet springen. Springen in het onbekende. Welke drinkbus is de beste voor school? Hoe lang moet/mag ik mee op de speelplaats wachten tot de bel gaat? Vanaf wanneer laten we haar volledige dagen naar school gaan?

Vliegen doe ik voortdurend. Heen en weer. Om de jongste weg te houden bij de scherven van een glas dat de oudste achter mijn rug om uit de kast had gehaald. Of om te voorkomen dat onze zoon met zijn razendsnelle gekruip het (volle) potje (pipi) van zijn zus omslaat. 

En duiken. Tja, ik dompel me dagelijks onder in verschillende rollen: mama, werkneemster, vrouw, zus, dochter, kleindochter … Soms lijkt er weinig tijd om tussendoor nog even om adem te happen, maar het feit dat ik voor iedereen iets kan betekenen, geeft me tegelijkertijd ook de nodige zuurstof.

Nooit opgeven
Het is maar logisch dat ik door al dat rennen, springen, vliegen en duiken ook af en toe val, waardoor ik even niet meer weet waar ik het heb. Mijn dochter heeft bijvoorbeeld de gave om me met haar koppigheid en uitdagende blikken helemaal uit het veld te slaan. Maar het belangrijkste is dat ik na zo’n val telkens weer opsta en weer doorga. Gedreven door mijn wil om het de volgende keer beter te doen: van voor af aan en waarschijnlijk net zo goed op het ritme van ‘opzij, opzij, opzij’.   

 

Reactie toevoegen

logo viva-svv

De inhoud van de site kan veranderen naargelang je een andere regio kiest.