Brief aan mijn vriendin
Een brief aan mijn vriendin... die wel zwanger is.
We kennen elkaar al sinds onze puberjaren. Dat pril kameraadschap evolueerde naar een hechte vriendschap. Zo eentje waarbij je zalig zwijgend naast elkaar in de auto kan zitten, zo eentje waarbij de avonden aan de toog pas tegen de ochtendschemering eindigen.
De laatste jaren was je mijn grote steun. Jij bent degene die mij hoop insprak én stil luisterde, degene die er altijd was. Mijn zwangerschapswens stond jaren op de voorgrond. Ik besefte waarschijnlijk zelfs niet dat jij ook ooit diezelfde wens zou hebben, tot je de woorden ‘ik moet je iets vertellen …’ uitsprak. Met tranen in de ogen vertelde je dat jullie aan kinderen wilden beginnen.
Slechts een maand later startte de avond met diezelfde zin. Want je was zwanger. Want jij ging mama worden. En natuurlijk was ik blij voor jou, maar de angst die ik bij vele vorige zwangerschapsaankondigingen voelde, ging veel dieper. Onze levens zouden niet langer naast elkaar lopen. Jij ging een afslag nemen die ik niet kon nemen. Jij zou mama worden, en ik niet. Ik zou je verliezen aan de ‘mamaclub’, dat clubje waarvan mijn lidmaatschap maar niet werd aanvaard.
De wake-upcall kwam enkele weken later. Al wenend zaten we samen in de auto en reden we de spiegel van een stilstaande wagen kapot. En ik schoot wakker. Mijn zwangerschapswens begon letterlijk brokken te maken en dat moest stoppen, onmiddellijk. Ik wil jou niet verliezen en vond bij de vriendelijke mensen van ‘Pleegzorg Oost-Vlaanderen’ mijn alternatief lidmaatschap.
Nu, bijna negen maanden later, ben ik al twee maanden trotse pleegmama van een lief jongetje en tel ik de laatste dagen af tot jij mama wordt. Jouw zoontje zal onze vriendschap nu nog hechter maken. Want binnenkort word jij mama, en word ik meter.