Weet wat je smeert: hormoonverstoorders in cosmetica

door Lien Willaert

Een vleugje Chanel n°5. ‘J’adore’ van Dior. Of wat dacht je van een snufje ‘La vie est belle’? We houden van lekkere geurtjes. Bijna iedereen heeft wel een favoriet luchtje voor elke dag of een signature parfum voor speciale gelegenheden. Zelfs bij het openen van pakweg een nieuwe fles douchegel of de aankoop van een potje dagcrème is het eerste wat we doen: eens goed de geur opsnuiven. En worden we niet allemaal soms overvallen door een vaag nostalgisch gevoel, wanneer een specifiek parfum je aandacht trekt en meteen allerlei bijzondere herinneringen bij je bovenhaalt?

Geur roept emoties op, en is daarom belangrijk voor ons. Toch is het met parfum niet altijd … rozengeur en maneschijn. Zo zitten ze, naast die heerlijke ruikende essentiële oliën, verder ook nog boordevol chemische stofjes die niet allemaal goed zijn voor onze gezondheid. Dat lezen we in het onderzoeksrapport What’s that smell, mee uitgevoerd door Kom op tegen Kanker begin dit jaar. Uit die studie blijkt dat het als consument erg moeilijk is je weg te vinden in de ingrediëntenlijst van parfums en andere cosmeticaproducten. Toch vinden wij het belangrijk te weten wat we smeren. Dus duiken we in het rapport, en gaan op zoek naar manieren om het gezond én welriekend te houden.

Wat ruikt hier zo?

We leren uit What’s that smell snel dat we de geparfumeerde zeepbel helaas moeten doorprikken. De meest populaire parfums in België, Nederland en Denemarken worden in het rapport vakkundig ontleed, en blijken allemaal uit wel honderden verschillende chemische stoffen te bestaan. De signature geurtjes waar we zo van houden, zijn klaarblijkelijk niet zo onschuldig als we denken. Verschillende ingrediënten zijn namelijk schadelijk voor onszelf en onze omgeving.

Voor je nu in paniek naar je badkamer loopt om de samenstelling van je eigen parfum te checken: je vindt het niet terug op de verpakking. Volgens de huidige EU-wetgeving hoeven de ingrediënten van parfums niet vermeld te staan op de ingrediëntenlijst. Deze regel beschermt de producent die het parfum ontwikkelde, want zonder het geheime recept kunnen concurrenten het moeilijker kopiëren. Omgekeerd wordt het consumenten op die manier wel erg moeilijk gemaakt om te bepalen of een product al dan niet veilig is.

Maar niet enkel in parfums zijn chemische stoffen aanwezig die geur dragen: ook in talloze andere cosmeticaproducten zitten ze. Van deodorant, haarspray, bodylotion, douchegel en zonnecrème tot zelfs, godbetert, maandverbanden en inlegkruisjes. Een vrouw zou zo elke dag gemiddeld 12 tot 16 geparfumeerde producten gebruiken. Als je de verpakking erop nakijkt, vind je in de ingrediëntenlijst ‘parfum’ of ‘fragrance’ terug, zonder dat ook hier de samenstelling ervan verder verduidelijkt wordt. Los van het feit of het eigenlijk wel nodig is om zelfs tot in je onderbroek naar een zomers bloemenveld te ruiken, kan je als consument dus niet weten met welke stoffen je in contact komt. Zo is het wel heel moeilijk om een weloverwogen beslissing te maken.

En er zit wel degelijk een luchtje aan. Naast allergenen en stoffen die schadelijk zijn voor het milieu, bevatten parfums ook vaak hormoonverstoorders of EDC’s (endocrine-disrupting chemicals): chemische stoffen die onze hormoonhuishouding kunnen verstoren. In het rapport spreken de onderzoekers van “een cocktail van chemicaliën waar we dagelijks aan blootgesteld worden”. In kleine hoeveelheden en elk afzonderlijk zijn ze misschien weinig gevaarlijk, maar het is de combinatie die wel een probleem kan vormen, omdat ze elkaars negatieve effecten versterken. Daarnaast blijken voornamelijk specifieke groepen er erg kwetsbaar voor, zoals wie zwanger is, borstvoeding geeft of een hormoongevoelige ziekte zoals borstkanker heeft (gehad).

Hormoonverstoorders: wie zijn ze en wat doen ze?

De meeste EDC’s zijn echte tongtwisters: ze hebben namen als butylphenyl methylpropional of ethylhexyl methoxycinnamate. Wie geen wetenschappen studeerde, kan helemaal niets uit opmaken over wat ze zijn of doen. Volgens de definitie van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) is een hormoonverstoorder ‘een exogene stof of mengeling, die de werking van het endocriene systeem wijzigt en daardoor uiteindelijk resulteert in negatieve effecten op de gezondheid bij een intact lichaam, het nageslacht of de (sub)populaties.’ In mensentaal betekent dat: het gaat over chemische stoffen, die van buiten ons lichaam afkomstig zijn en die de werking of de productie van onze hormonen verstoren. Dat heeft negatieve gevolgen op je eigen gezondheid of op die van je (klein)kinderen.

Het hormoonverstorende aspect van deze chemicaliën uit zich op verschillende manieren. Ze kunnen de natuurlijke hormoonproductie in onze klieren versterken of verzwakken, of de afgifte ervan beïnvloeden. Sommige zullen de werking van onze hormonen nabootsen, blokkeren, of ze versneld afbreken waardoor ze de impact ervan hinderen. En dat kan dan weer allerlei lichamelijke problemen opleveren. Uit het rapport What’s that smell  leren we bijvoorbeeld dat EDC’s tijdens een zwangerschap via de placenta doorgegeven worden van de moeder op de foetus. Blootstelling in de baarmoeder kan zelfs in kleine hoeveelheden al negatieve effecten hebben op de hersenontwikkeling en de groei van de baby.

Daarnaast worden EDC’s sterk gelinkt aan vruchtbaarheidsproblemen. Ze zouden mee verantwoordelijk zijn voor de wereldwijd drastisch verlaagde aanmaak van spermacellen bij mannen. Dat komt omdat ze oestrogeenachtige en anti-androgene (testosteronblokkerende) eigenschappen hebben. Om diezelfde reden worden ze ook in verband gebracht met hormoonafhankelijke kankers, zoals prostaat- en borstkanker: ze kunnen de groei van kwaadaardige cellen stimuleren, en zo de ontwikkeling van kanker bevorderen én de werking van chemotherapie bemoeilijken. Tot slot zouden EDC’s ook zorgen voor verstoringen van ons immuunsysteem.

Betere reglementering

We namen de proef op de som, en doken zelf eens in onze badkamerkast op zoek naar EDC’s. Tot onze grote ontstelling vonden we daar onder meer een BB cream van een bekend merk met ethylhexyl methoxycinnamate en butylhydroxytolueen (BHT), een shampoo met benzyl salicylate en een douchegel met butylphenyl methylpropional. Verschillende andere producten, zoals een make-up remover, een aftersun en een (duur!) gezichtsserum bevatten phenoxyethanol, een stof die er sterk van verdacht wordt hormoonverstorend te zijn. Menig product belandde dan ook onmiddellijk in de vuilnisbak. Maar we vroegen ons vooral af: hoe kan het dat deze stoffen überhaupt in de rekken en dus in ons winkelmandje terechtkomen? Bestaat hier dan geen reglementering voor?

Het antwoord is ja, maar (veel te) beperkt. We kijken eerst naar het Europese niveau. Hoewel er meer dan 1000 chemicaliën met hormoonverstorende eigenschappen bekend zijn, wordt door de EU slechts een handjevol daarvan gereglementeerd. De Europese Commissie krijgt felle kritiek voor het feit dat ze rond dit thema niet het ‘voorzichtigheidsprincipe’ hanteert: een afwachtend, preventief beleid op basis van aangetoond mogelijk gevaar. In de plaats daarvan gaat men stoffen pas verbieden eenmaal uitgebreid is bewezen dat ze echt schadelijk zijn voor mensen. En dat is geen sinecure: verschillende studies moeten een duidelijk causaal verband aantonen, iets wat bijzonder moeilijk uit te voeren, duur en tijdrovend is. Dit beleid is dus niet gericht op het beschermen van de publieke gezondheid. De povere richtlijnen zijn eerder het resultaat van stevig lobbywerk vanuit de betrokken industrieën.

Omdat een sterk Europees kader voor EDC’s dus ontbreekt, namen een aantal individuele landen zelf initiatieven om hun inwoners en het milieu beter te beschermen. Zo ontstond een online databank van bewezen én mogelijke hormoonverstoorders: de ‘endocrine disruptor lists’, een gezamenlijk initiatief van België, Denemarken, Frankrijk, Spanje, Nederland en Zweden. In eigen land staat het thema op dit ogenblik vrij hoog op de politieke agenda. Van eind 2021 tot begin 2022 liep een openbare raadpleging voor het ontwerp van het Nationaal Actieplan Hormoonverstoorders (NAPED). Dat zou nog dit jaar van start moeten gaan en zal gericht zijn op bewustmaking, reglementering en wetenschappelijk onderzoek. Er is dus hopelijk verbetering op komst.

Weet wat je smeert: dit kan je zelf doen

Er zijn een aantal dingen die je in tussentijd zelf kunt doen of waar je kunt op letten. Het rapport geeft 3 belangrijke tips:

  1. Reduceer je dagelijkse blootstelling aan parfums tot een minimum. Kies gerust een paar producten waarin je een lekker geurtje echt belangrijk vindt. Voor de andere crèmes, sprays, lotions én menstruatieproducten kan je dan misschien beter voor parfumvrij gaan. Je kan het gebruik van je favoriete parfum ook beperken tot enkel de bijzondere gelegenheden, en het vernevelen op je kleren in de plaats van op je huid.
  2. Bescherm wie kwetsbaar is. Voor kinderen ga je best altijd voor de optie zonder parfum. Zij hoeven écht niet naar lavendel of marsepein te ruiken. De gulden regel voor al wie in een groeifase of een hormonale overgangsfase zit zoals baby’s, pubers, zwangeren, borstvoeders en kankerpatiënten: vermijd producten met hormoonverstoorders.
  3. Daarom: ken je EDC’s, en check de ingrediëntenlijst en labels. Sla de meest voorkomende stoffen op in je telefoon of schrijf ze op een briefje dat je in je portefeuille bewaart. Uit het rapport van Kom op tegen Kanker zijn dit de voornaamste:
  • Benzyl salicylate
  • BHT
  • Butylphenyl methylpropional
  • Ethylhexyl methylcinnamate
  • Ethylhexyl salicylate
  • Octocrylene

Nog enkele verdachte stoffen die vaak gebruikt worden in cosmetica zijn: benzophenones, parabenen, cyclopentasiloxane, cyclomethicone, ethyl salicylate, homosalate, resorcinol en salicylzuur. Volledige lijsten vind je trouwens hier: https://edlists.org/

Gebruik een app en krijg uitleg over jouw product. 
Maar de gemakkelijkste optie is een app gebruiken. Een paar Rebelle-redactrices zijn al fan van de Yuka-app. Je scant simpelweg de barcode van het product dat je gebruikt of wil kopen. Dan krijg je meteen een kleurcode (van groen voor veilig naar rood voor schadelijk), gekoppeld aan een algemene rating en gedetailleerde maar duidelijk uitgelegde informatie over de ingrediënten. De app is beschikbaar in onder andere het Frans en het Engels.

Reactie toevoegen

logo viva-svv

De inhoud van de site kan veranderen naargelang je een andere regio kiest.