Medicatie: one size does not fit all
Dr. Loes Visser bestudeert als farmaco-epidemioloog de effecten van geneesmiddelen in grote groepen. In haar werk combineert ze onderzoek, onderwijs en de klinische zorg voor patiënten, in het Erasmus MC en het HagaZiekenhuis. In haar onderzoek richt dr. Loes Visser zich op de sekseverschillen in bijwerkingen van geneesmiddelen. De geknipte persoon om enkele vragen te stellen naar aanleiding van onze campagne rond medicatie dus.
Al heel lang wordt dezelfde medicatie in dezelfde dosis aan mannen en vrouwen voorgeschreven. Dat leek altijd heel vanzelfsprekend, hoe komt het dat je toch opeens dacht: klopt dat wel?
Na mijn doctoraat farmacie startte ik binnen een promotietraject over man/vrouw verschillen in de farmacotherapie (de behandeling van ziekten met geneesmiddelen). Helaas bleek al snel dat mijn promotor een andere insteek had dan mij. Hij wou vooral naar het voorschrijfgedrag kijken: schrijft een arts iets anders voor aan een man dan een vrouw? Ik was vooral geïnteresseerd in de effecten van de voorgeschreven medicatie. Zijn er man-vrouw verschillen in effect en bijwerkingen? Dat is een andere insteek, die ik niet in dat promotietraject kon onderzoeken. Daardoor is er wel een zaadje geplant waar ik naar ben blijven terugkomen tijdens de rest van mijn carrière.
In bijsluiters en behandelrichtlijnen voor artsen wordt er bijna nooit onderscheid gemaakt tussen mannen en vrouwen. Wil dat zeggen dat het niet nodig is, of dat het nog niet onderzocht is?
We gebruiken nu nog steeds heel veel geneesmiddelen die vroeger enkel op mannen werden onderzocht. In de meeste gevallen zal dat niet erg zijn, en zal een geneesmiddel dezelfde effecten en bijwerkingen geven, maar niet altijd. Wat die uitzonderingen dan wél zijn, dat weten we nog altijd onvoldoende. Ook als het onderzocht is, en we weten dat er geen verschil is, zou dat duidelijk gecommuniceerd moeten worden. Die informatie krijgen we nu niet via de bijsluiter of een richtlijn, dat is een probleem.
Veel vrouwen stoppen met medicatie die voor hen effectief kan zijn, omdat de bijwerkingen te zwaar zijn. Dat zouden we misschien kunnen oplossen door hen lagere doses te geven, waardoor ze de medicatie wel goed verdragen. We kunnen daar veel gezondheidswinst halen, dus het is enorm belangrijk om dat te onderzoeken.
Dat wil niet zeggen dat er nu géén onderzoek op vrouwen gebeurt. Nieuwe geneesmiddelen worden altijd op vrouwen onderzocht, ook in latere fasen. Er verschijnen nu dus geen nieuwe medicijnen op de markt, zonder dat die op vrouwen getest zijn. Toch is er zeker nog werk aan de winkel in bepaalde gebieden, zoals in onderzoek naar hart- en vaatziekten. Daar blijft het percentage vrouwen in de klinische trials al jaren steken op 25-30%.
In het boek ‘Onzichtbare vrouwen’ van Caroline Criado Perez lazen we dat er in preklinische studies nog steeds voornamelijk met mannelijke proefdieren wordt gewerkt. Zij stelt zich de vraag: hoeveel geneesmiddelen zijn we al misgelopen, omdat ze niet werkten op de mannetjes, maar misschien wel op de vrouwtjes?
In de basis zijn de receptoren waarop geneesmiddelen aangrijpen aanwezig in een mannelijk en in een vrouwelijk lichaam. Waar het grote verschil zit is het lichaamsgewicht en de geslachtshormonen. De effecten en bijwerkingen kunnen dus wel verschillen, maar of een geneesmiddel al dan niet iets doet zou ongeveer hetzelfde moeten zijn. Ik denk dus niet dat daardoor echt veel geneesmiddelen werden misgelopen.
Een interessante vraag blijft wel: wat is het effect van vrouwelijke hormonen? We weten bijvoorbeeld dat de meeste vrouwen na de menopauze een hogere dosis antipsychotica nodig hebben. Ook bij vrouwen met ADHD bestaat aanzienlijke impact van hormonen en de menstruele cyclus op de klachten. Patiënten rapporteren minder effect van de ADHD-medicatie in de premenstruele week en proberen soms zelf de dosis van hun ADHD-medicatie te verhogen in die periode, met positief effect.
Ook het Nederlands Kankerinstituut heeft samen met de KU Leuven heel interessant onderzoek gedaan waarbij ze hebben gevonden dat chemotherapie voor borstkanker ook meer of minder effectief zou kunnen zijn afhankelijk van het moment in de cyclus waarop de therapie werd gestart. We gaan ook meer leren over het effect van geslachtshormonen op andere medicatie dankzij transpersonen die vaak langdurig hormoontherapie volgen. Dat is sowieso ook belangrijk voor henzelf, aangezien zij nog minder vertegenwoordigd zijn in onderzoek.
Hoe ziet je ideale wereld er uit op het vlak van medicatie?
Het is echt heel belangrijk om het aantal vrouwen in onderzoeken naar hart- en vaatziekten te verhogen. In het algemeen is het nodig om meer vrouwen te betrekken bij de organisatie van trials, goed te onderzoeken waarom ze minder geneigd zijn om deel te nemen, en hoe we eventuele barrières kunnen wegwerken.
Verder zou het leuk zijn als instanties zich aan hun eigen richtlijnen zouden houden. Als de richtlijn is: er moet een representatieve afspiegeling zijn in de trial, volg die dan ook! Er passeren nog veel onderzoeken waar dat niet het geval is. Daar wordt dan niets van gezegd en dat middel wordt gewoon geregistreerd. Dat zou dus een wetgeving moeten worden in plaats van een vrijblijvende richtlijn.
Ten slotte zou het mooi zijn als de farmaceutische industrie hun onderzoeksdata beschikbaar zouden stellen voor universiteiten. Nu worden die onderzoeksdata als bedrijfsgeheim beschouwd, waardoor we er niet mee aan de slag kunnen met die data. Het zou zo waardevol kunnen zijn als we al die kennis konden verzamelen in meta-analyses, maar die toegang is er op dit moment gewoon niet.
Zijn er nog zaken die artsen en patiënten zelf kunnen doen?
Het is sowieso belangrijk dat artsen en apothekers weten dat er farmacologische verschillen zijn tussen mannen en vrouwen en dat de werking van medicatie kan worden beïnvloed door zwangerschap, hormonale status en gebruik van hormonen. Als een vrouwelijke patiënt meer bijwerkingen of minder effect ervaart, kan een voorschrijver een dosisaanpassing of een switch overwegen.
Patiënten moeten zeker niet zomaar zelf beginnen experimenteren! Overleg altijd met je apotheker of arts. Als die hier niet open voor staat, ga dan gerust naar een andere zorgverlener. Nog niet iedereen is mee in dit verhaal, maar laat je daar niet door afschrikken.
Niet getest op vrouwen
Veel medicatie is ontwikkeld op basis van het mannenlichaam – met serieuze gevolgen voor vrouwen. Zij ervaren tot 60% meer bijwerkingen en belanden er 33% vaker voor in het ziekenhuis. Rebelle slikt dat niet en lanceert de campagne ‘Niet getest op vrouwen’, met straffe acties en initiatieven. Lees er hier meer over.